MSN Home  |  My MSN  |  Hotmail
Sign in to Windows Live ID Web Search:   
go to MSNGroups 
Free Forum Hosting
 

Important Announcement Important Announcement
The MSN Groups service will close in February 2009. You can move your group to Multiply, MSN’s partner for online groups. Learn More
SUNILOU[email protected] 
  
What's New
  
    
  Berichten  
  CHAT  
  General  
  Pictures  
  Documents  
  Linken  
  PC Weetjes  
  Lingo  
  Muziek  
  Leuke URL's  
  Spreuk v/d dag  
  Wensen  
  Ontspanning  
  (Glim)lachen  
  Groetjes  
  Kook hoekje  
  Trom´s reizen  
  Verjaardagskalender  
  
  
  Tools  
 
Trom´s reizen : Mongolie
Choose another message board
 
     
Reply
 Message 1 of 1 in Discussion 
From: MSN Nicknametuimelaar59  (Original Message)Sent: 9/21/2007 6:25 PM

Hoe kan je het leven van een volk doorkruisen als je nog niet eens gewoon ‘pap’ kan zeggen. Dan valt de hemel over je heen, wikkelt je in een duizenden sterrendeken, zweeft met jou door de hemelse taal van vingers, handen, voeten, geluiden en vervult je met de liefde door stralende gastvrije ogen en kijk…. we verstaan elkaar.<o:p></o:p>

Op een vrijdag tegen de middag komt Maya me halen zonder al te veel blabla. Ik berg een kleinigheid, je weet wel : tandenborstel gewikkeld in nylonpanty’s… in de kleinste lederen tas die ik bij me heb. Met een busje naar het station waar we een opgeschoten jongeling tegenkomen die ons zal vergezellen. Maya vertelt dat het de zoon is van een nicht van haar moeder zaliger en we gaan naar zijn familie ergens in het landschap ten Noorden van UB.<o:p></o:p>

Het is niet simpel, we moeten een kaartje kopen. Ik vertrouw zo op Maya. Zij koopt kaartjes voor 2, ik denk dat de jongeman (ongeveer 16-17jaar) gratis reist of een soort abonnement heeft. We stappen in een locale trein, vinden een zitplaats. Maya praat met de jongen in het Mongools. Hij kent geen woord Engels. Ik kijk naar buiten en herken de omgeving. Er is immers maar één spoorlijn richting Noorden(Irkoetsk). Het gaat heel traag. De trein met zijn passagiers ondergaat de tijd, schuift over de ijzeren rails naar zijn bestemming. Batsumber. Het verlaten perron is plots gevuld door de uitstappende menigte die gedeeltelijk links zwermt<o:p></o:p>

naar de nabijgelegen nederzetting, waar ik ook een mijnbouwfabriekje ontwaar tegen een ruwe rotswand. De overigen wachten tot de trein zich in gang zet om langs achter de rails over te steken naar het uitgestrekte lichtglooiende achterland. Dichtbij liggen enkele Ger’s waar het merendeel van de reizigers naar toe stapt. Met zijn drieën lopen we verder noordwaarts, kruipen over een afrastering, voelen het mulle gras onder onze voeten. Maya wijst en zegt : “zie je die 3 tenten daar”? Voor mij zijn het slechts stippen. Het moeten wel Ger’s zijn, hier is geen andere behuizing meer. Ik antwoord bevestigend. “Kijk verder naar de bergwand toe, daar staat er nog eentje.… daar moeten we zijn”. “Veel verder naar links, zie je ook nog twee andere Ger’s, Daar woont ook nog familie van mij”, zegt ze. “Ik bezoek hen ongeveer 2x per jaar”. Als je door de bergen trekt dan is de afstand naar UB slechts 20km. Langs het spoor 60km. We stappen met zijn drieën door de steppe en het lijkt niet alsof we snel dichterbij komen. Soms verdwijnt de tent in de glooiing. Er is geen weg. We richten onze kompasogen op de tent en moeten regelmatig bijstellen. Het loopt niet echt gemakkelijk, er zijn meer oneffenheden dan je op het eerste ogenblik kan onderscheiden. Een bijna droge rivier slingert door het landschap. Als het nog eens regent is de rivier weer vol en hebben de inwoners water. We steken de rivier over; er is geen brug te bespeuren. Nu is het warm; reeds veertien dagen te warm voor mens en vee en te weinig regen. Het lijkt wel of de berg naderbij komt. Een afstand inschatten is ongewoon moeilijk in dit landschap. Ik zie nog steeds de spoorlijn die het landschap in twee splijt ver achter ons. Drie wezens stappen zwijgzaam over de steppe. Verwonderde ogen (vooral de mijne dan) schitteren links en rechts de paardenkudden volgend, soms de geiten en schapen. We naderen de drie tenten, laten ze links liggen, maar een welkomstgroet met wuivende handen en een luide groet is aandoenlijk.  De jongeman komt duidelijk thuis, dat is te zien en te horen. Nog een kwartiertje en ik zie nu twee tenten. Blijkbaar was de eerstvolgende steeds verscholen achter een glooiing. Onze komst is blijkbaar niet aangekondigd, we zien geen beweging aan de tent. Dichterbijkomend nadert de hond, houdt zich in, krijgt die vreemdeling in het oog en begint dan te blaffen en te grommen. Hij is mij niet goed gezind, vanaf het eerste ogenblik en het zal zo blijven tot mijn vertrek. Hij hapt naar mijn broek, krijgt daar een snauw voor. Hij blijft heel wantrouwend tegen mij. Ik probeer hem te negeren want ik voel dat het geen zin heeft hem te vriend te nemen. Maar ik zal moeten uitkijken, dat is zeker! Maya gaat als eerste de tent binnen. Haar nicht ligt op het bed te slapen. Zij is verheugd over onze aankomst en uiteraard is het een hele babbel waarvan ik niets begrijp. De jongste zoon (14j) en de oudste dochter (20j) komen binnen om te begroeten. Zonder twijfel moeten ze ergens in de buurt zijn geweest. Intussen zwermen ook de koeien rond de tent en mekkeren de geiten duidelijk hoorbaar. Vooraleer ik de tent kon binnengaan was de hond voor de deur gaan liggen. Voor hem was ik duidelijk niet welkom.<o:p></o:p>

Het gezin blaast warm en koud tegelijk. Iedereen lijkt tevreden dat ik er ben, maar hun normale arbeid laat niet toe zich met mij bezig te houden. Ik krijg wat eten en drinken.<o:p></o:p>

‘De hemel valt over me heen’. Ik moet me trachten te behelpen. Ik ga buiten de tent met de bedoeling wat rond te kijken, een ontdekkingsronde houden in de buurt van de tent. De dochter is paardenmest aan het zoeken voor de kachel, de oudste zoon is in slaap gevallen na een wellicht moeilijke week in de stad. De jongste lummelt wat aan met een bal. Een uitnodiging met de voet en de bal vliegt over en weer als een volleybal, een rennen van links naar rechts, een sprong, een fausse-queue, een vallen en opstaan. En de hond blijft mij wantrouwig met de ogen volgen. Op een moment worden de geiten naar de koraal geleid. Er wordt eentje uitgezocht en voor de tent op de rug gelegd. De voorpoten worden even bij elkaar gebonden om het stampen te vermijden. Een voelen met de vingers over de buik, een mes flitst en rijt de buik een 10cm open. Een rechterhand zoekt naar het hart en stopt het ritme. De geit wordt  verder professioneel ontdaan van de pels. De ingewanden worden in een kom gelegd en het bloed zoveel mogelijk opgevangen. Het heeft allemaal niet zo erg lang geduurd. Het feestmaal kan bereid worden ter ere van de vreemde bezoeker. Maya en ik gaan nog even wandelen tot aan de bergkam, maar we worden gestoord door de galop van een paard. De jongste zoon heeft  een paard voor mij opgeduikeld en gezadeld, klaar voor een ritje  Mijn ogen bedanken hem, zoeken ook de ogen van het paard dat me gewillig op zijn rug laat stijgen.<o:p></o:p>

Het houten zadel is vrij smal en klemmen mijn heupen. Het zal voor mij niet gezellig worden bij het draven of galopperen. Maar goed, ik verwacht niet om nog kinderen te gaan kweken. Maya blijft nog even in de buurt als ik een rondje doe en ervaar hoe het paard mij de leiding geeft en me vertrouwt. Stapvoets gaan we naar de berg en Maya neemt even de leidsels over als we zigzaggend de berg opgaan. Maar het paard geeft geen misbaar en volgt gedwee. We dalen terug naar het oostelijk gelegen dal dat minder breed tussen de heuvels loopt. Maya vraagt ook even om te rijden, het is zolang geleden. Graag, en ik zie haar gezicht opklaren als ze dravend door de vallei verdwijnt en even later terugkeert. Ook ik geniet van deze rit te paard, stappend, licht dravend om mijn onderbuik te sparen. Een heerlijk uurtje genieten van de stilte, de omgeving, het vrijheidsgevoel. Met vreugde in het hart kom ik terug aan de Ger, een nieuwe thuiskomst. Het balspel en de rit te paard hebben een brug geslagen. Vanaf nu gaat het sneller, het samen eten… het samen zijn. Ik voel me opgenomen. Met alle middelen proberen we te communiceren, eenvoudig, er is geen ‘last’ meer.<o:p></o:p>

<o:p> </o:p>

De tent zelf is een klassieke tent, een beetje armoedig aangekleed en dan bedoel ik meer gewoon zoals de mensen zelf zijn, geen uiterlijk vertoon, geen zweem van hooghartigheid, de vrouw vult de kachel met gedroogde paardenmest, veegt haar handen aan haar ruwe halflange rok. Zwarte kousenbroek verbergen de benen en voeten. Schoenen zijn alleen welkom in het voorste deel van de tent. Een hoofddoek bindt haar zwarte haren bijeen. De dochter is een jongere kopie van haar moeder, melkt de koeien die nu heel geduldig staan te wachten op hun beurt. De kachel verwamt de hele tent terwijl het verse vlees staat te koken in een grote kom van 50 tot 60cm doorsnede. Een deksel zonder handvat wordt bovenop de stomende inhoud gelegd. Dat zal weer een handigheidje en gewoonte zijn om die warmte dagdagelijks te verdragen. Intussen drinken we airac als aperitief en om op krachten te komen. Ongeveer 10m voor de tent staat de ‘douche’. Op een paal met hoogte van 2meter hangt een soort kan zonder bodem, op zijn kop gedraaid en gevuld met water. Je hoeft maar met je hand tegen de nippel te komen om een straaltje water te ontvangen om je handen te wassen. Een douche nemen zou ook wel kunnen, maar dan moet je de kan wel regelmatig vullen, midden in deze leegte. Het is in deze droogte het enige middel om water te hebben. In de tent zelf staat ook nog een grote melkkan met water voorraad. Het spreekt vanzelf dat ze zuinig moeten omspringen met de voorraden die ze beschikbaar hebben. Een opkoper komt het teveel aan melk ophalen om door te verkopen in de stad.<o:p></o:p>

<o:p> </o:p>

We smullen van het heerlijke verse geitenvlees met een handsvol rijst erbij. Er zijn geen borden, geen bestek. Een scherp mes ligt ter beschikking. Je neemt wat je graag lust, snijd met het mes een stuk van het hart, lever, maag….of een geitenboutje en je knabbelt met je altijd gebruiksklare tanden elke gram vlees van het bot. Niets blijft hangen. Het smaakt.<o:p></o:p>

Het blijft lang licht in de zomer tot een uur of 22 zeker. Er blijft dus nog heel wat tijd over.<o:p></o:p>

De jongste haalt een paar spellen kaarten te voorschijn en begint te ‘moggelen’. Wat doet die nu en hoe doet ie nu? Het is voor mij een totaal onbekend spel. De kaarten liggen allemaal met de tekening naar boven in verschillende rijen. Dan begint hij te schuiven met de groepen zodat de soorten bij elkaar komen te liggen. Er zit een stramien in maar ik volgt nog niet goed hoe. Het lukt hem niet om ‘uit’ te spelen. Maya komt binnen en ziet geamuseerd naar ons beitjes.<o:p></o:p>

Zij komt erbij zitten, spreekt met hem en hij begint kaarten te delen voor 3 spelers. Het zijn weer twee spellen en ik krijg 13 kaarten in mijn handen. Zo goed en zo kwaad als het kan legt Maya mij de spelregels uit in het Engels, maar het is voor mij ongebruikelijk en ik ga voortdurend in de fout. De hoogste kaart is ‘aas’ daarna twee, dan drie, dan heer, dame, boer, tien enzovoort tot vier. Eer ik dat doorheb zijn er al enkele spelen voorbij. Over mijn schouder komt de moeder me wat meehelpen. Ik word gewikkeld in een ‘sterrendeken’, zo voel ik mij.<o:p></o:p>

Rond 22н begint de avond te vallen en is het tijd om de tent van leefruimte om te schakelen naar een slaapkamer vooraleer het helemaal donker is.<o:p></o:p>

<o:p> </o:p>

Tegenpruttelen heeft geen zin, ik weet ook niet goed hoe ik dat moet waarmaken in het Mongools en het Engels van Maya is ineens verdwenen. Ik ben de gast en krijg dus het bed aan de mannenkant. Het bed wordt van zetelschikking naar bedschikking omgetoverd, de tweede reeks dekens krijgt Maya met een dun matrasje op de grond. De dochter zou bij de moeder slapen en de jongens ook op de grond, allen achter de stutpalen die moeder en vader symboliseren. Ik heb goed geslapen op het bed met een ressort die me terug doet denken aan mijn dienstplichttijd. Op zeker ogenblik word ik toch wel wakker van het gerommel in de tent. Het is aan het stortregenen buiten. De wind fluit hevig door de tent. De oudste zoon is kletsnat. Hij heeft intussen de schouw uit de kachel gehaald en op de grond neergezet. Is buiten gelopen in de regen en heeft het zeildoek volledig over de tent gezwierd. Het voorste deel van de tent heeft al goed in het water gedeeld. Nu probeert hij, staande op het tafeltje, een jerrycan gevuld met water aan de nok van de tent vast te maken. Met één hand… zonder twijfel kan hij dat klaarspelen, er is geen hand om te helpen. Ik wip uit mijn bed, ondersteun de jerrycan zodat hij een lus kan maken in de haak die aan de ring is vastgemaakt. De plotselinge stormwind heeft de tent flink door elkaar geschud, maar het wegwaaien is voorkomen. Dat alles in het licht van een kaars die moeder, liggend in haar bed vasthoudt.<o:p></o:p>

Mijn pillamp heeft gelukkig ook toch zijn diensten kunnen bewijzen.<o:p></o:p>

<o:p> </o:p>

De volgende morgen vertelt Maya dat het beter is niet nog een dagje blijven. Zij moest alleszins naar de stad en ze wilde me ook niet nog eens aan de gevaren van het slapen in een tent blootstellen. Ook haar familie heeft haar geadviseerd me niet ‘alleen’ bij de familie te laten. Ergens begrijp ik het wel, het was ook niet altijd gemakkelijk en ze leven armoedig genoeg. Uiteraard heb ik wel enkele geschenken voorzien die ze graag hebben aanvaard (maar geen geld op advies van Maya en ook overeenkomstig hun traditie van gastvrijheid). <o:p></o:p>

De dochter is al heel vroeg ’s morgens op, zij steekt de kachelbuis terug door de dakopening die ze terug heeft vrijgemaakt. Het regent niet meer. De paardenmest bezorgt ons terug een warm gevoel in de tent. Thee en airac staan op het ochtendmenu met een soort traditionele yoghurtkoekjes. De jongste zoon wil ons te paard naar het station brengen. Voor Maya vindt hij een bruin paard, maar het blijkt wat nukkig. Ik krijg het paard dat ik gisteren nog heb bereden. Hij springt bij mij achterop, neemt de leidsels over en we vertrekken, de lederen tas hangt over mijn schouder. We doorwaden de rivier die fel gezwollen is. Maya is wat verderop in draf  terwijl bij mij de handvaten van de zak scheuren door het fel op en neer schokken in de draf. De zak valt op de grond. Voor de rest klem ik de tas onder mijn armen. Voor ons heeft Maya ook een probleem, de bruine heeft haar eraf gegooid en draaft verder. De veertienjarige helpt me vlug van het paard en gaat in galop het andere paard achterna om het terug te brengen. Intussen is met Maya niks erg alleen dat ze helemaal onder het slijk zit. Ik heb nog  een regenjas bij die nogal ruim is en voldoende de vuile plekken aan het oog ontrekt.<o:p></o:p>

Vrouwen zijn dus wel overal hetzelfde in elke omstandigheid! Terug te paard, de laatste afstand rustig afgelegd. Afscheid nemen, over de afrastering klimmen en hem nakijken voor  zover de glooiing het toelaat. Het is ongeveer 9н, de trein komt weldra, volgend het boekje van de overlevering. We zijn niet de enigen die wachten op het open perron, onbeschermd voor weer en wind. 9h30, geen trein te zien maar ook geen mens die zich zorgen maakt. 10h00 de weinige kinderen amuseren zich, lopen wat rond. De volwassenen, zitten te zitten, geen geklaag , geen ongerustheid… de trein komt weldra…. 10h30 geen ongerustheid of toch een beetje. Mensen uit het dorp komen met een vrachtwagen aangereden en bespreken met enkele mensen de toestand. Maar de trein komt weldra…. Om 10h45 is hij er. Overvol is de trein, geen zitplaats, dus staan bij het open venster. Er is weinig lucht, mensen staan opeen gepropt. De trein doet er heel lang over, stoppend op onverwachte plaatsen. Ik verwachtte het wel omdat het steeds enkel spoor is, een locale trein moet altijd wachten. Op zeker ogenblik is het me iets te veel en ik word duizelig.(ik denk te weinig eten) Leuke zet van mij, onmiddellijk is de provotnika in de weer om me een tas koffie in te schenken en we krijgen een zitje in haar compartiment. Het kikkert me wel op en gelukkig is het niet meer zo ver. Als een trein aan het station arriveert, lijkt het of heel de hoofdstad is verzameld. Auto’s staan als mieren geparkeerd. Een open plaats vind je niet. Dus gewoon wachten tot de laatst aangekomen voertuigen  wegrijden en zo beetje bij beetje de mierenhoop ontwarren in een file van enkele kilometers.<o:p></o:p>

<o:p> </o:p>



First  Previous  No Replies  Next  Last