Ik schoot een pijl in de lucht,
hij viel omlaag , ik wist niet waar;
want hij vloog zo snel , het oog
kon hem niet volgen in zijn vlucht.
ik ademde een lied in de lucht,
het viel omlaag, ik wist niet waar,
want wiens gezicht is zo scherp en sterk,
dat het een lied volgt in zijn vlucht?
lang , lang daarna , in een eik,
vond ik de pijl , nog ongebroken ;
en het lied , van begin tot eind,
vond ik terug in het hart van een vriend.
knuffels van konijntje(b)